Inhoud webinar
Op 6 oktober gaf Martijn Weening van de provincie Noord-Holland een webinar over hoe de provincie haar CO₂-uitstoot én de meerkosten van verduurzaming in het beheer van infrastructuur in beeld brengt.
Inhoud webinar CO2-budget
Martijn Weening liet in dit webinar zien hoe de provincie grip krijgt op zowel de CO₂-uitstoot van haar infrastructuur als op de meerkosten van verduurzaming. De provincie heeft de jaarlijkse CO₂-footprint van beheer en onderhoud in kaart gebracht met een eigen rekenmodel, gebaseerd op areaaldata en LCA-kennis. Die footprint bedraagt circa 19.000 ton CO₂ per jaar. Op basis daarvan zijn 30 tot 35 maatregelen benoemd, zoals duurzamere asfaltmengsels en elektrisch materieel, die jaarlijks worden herijkt op haalbaarheid en effect.
Uit de berekeningen blijkt dat de klimaatdoelen voor 2030 binnen bereik liggen. Tegelijk beantwoordt het model de vraag die bestuurders vaak stellen: wat kost dat? Door drie jaar praktijkervaring met duurzaam aanbestede projecten te analyseren, on de provincie de meerkosten onderbouwen met praktijkcijfers. De inschatting is dat duurzaam én natuurinclusief aanbesteden gemiddeld zo’n 3,5% hogere kosten met zich meebrengt voor beheer en onderhoud.
Voor de afweging van maatregelen hanteert de provincie een bandbreedte van kosten per vermeden ton CO₂: 0–400 euro geldt als efficiënt, tot 800 euro als acceptabel en boven 1250 euro als duur. Toch kunnen duurdere maatregelen waardevol zijn, bijvoorbeeld omdat ze bijdragen aan innovatie, stikstofreductie of een hogere kwaliteit van de leefomgeving.
Als koploper in duurzame aanbesteding erkent Noord-Holland dat innovatie in de beginfase vaak meer kost, maar ziet die extra investering als een belangrijke stap in kennisontwikkeling, marktgroei en het versnellen van duurzame oplossingen.
Hoewel de provincie in aanbestedingen vooral via MKI-scores stuurt, blijven de beleidsdoelen gericht op CO₂-reductie en circulariteit. Dat levert soms discussie op, omdat MKI breder kijkt dan alleen CO₂. Toch kiest Noord-Holland bewust voor deze integrale benadering, omdat die de milieuwinst in de volle breedte zichtbaar maakt.