Gewoon bijzonder: Jean Berkhout van Gemeente Midden-Drenthe
Aanjager circulaire economie
In onze rubriek ‘Gewoon bijzonder’ zetten we collega’s in het zonnetje. Zij doen ‘gewoon’ hun werk en leveren daarmee een bijzondere bijdrage aan veilige en bereikbare wegen en wateren. Jean Berkhout is aanjager circulaire economie bij Gemeente Midden-Drenthe.
Capaciteit voor circulariteit
‘Aanjager’ is de perfecte benaming voor Jean zijn werk, want als het gaat om circulaire economie zijn er nog veel ambities en doelstellingen die aangejaagd moeten worden. Zowel binnen als buiten zijn organisatie. Jean: “Ik zie om mij heen dat er veel stukken over circulariteit worden geschreven. Dat het op papier wordt gezet is leuk, maar hoe worden we concreet? Gemeente Midden-Drenthe heeft ervoor gezorgd dat er iemand op circulariteit aangenomen kon worden. Dit is lang niet bij alle gemeenten ingeregeld. Van de twaalf Drentse gemeenten, zijn er tien die geen of beperkte capaciteit hebben op circulaire economie. Dat is zorgelijk.”
Om een circulaire of duurzame beweging tot stand te brengen in een gemeente, is in mijn ogen een model nodig van bestuurlijke vastlegging naar ambtelijke daadkracht en vice versa.
Bouwstenen voor circulaire thema’s
Gelukkig wordt er wel nagedacht hoe de samenwerking tussen Drentse gemeenten en de provincie kan worden versterkt en hoe elkaars kennis kan worden benut. Jean: “Op dit moment wissel ik gedachten uit met de provincie over de Drentse circulaire standaard. Het idee is om ‘bouwstenen’ voor circulaire thema’s te ontwikkelen. Met de bouwstenen ontwikkelen we een routekaart voor gemeenten waarmee zij het circulaire en duurzame beleid in hun organisatie kunnen vastleggen. Denk aan een bouwsteen ‘Circulair bouwen’ of ‘Circulair inkopen’. Met de bouwstenen als blauwdruk hoeft een ambtenaar niet iedere keer het wiel opnieuw uit te vinden. Ook wethouders kunnen het hiermee makkelijker begrijpen.”
Waarom niet?
Met een aantal ambitieuze projecten in zijn portefeuille wordt er veel van Jean zijn geduld, overtuigingskracht en doorzettingsvermogen gevraagd. Jean: “Een circulair ambachtscentrum, de Voedselvisie en het opzetten van de circulaire agenda zijn stuk voor stuk projecten waarbij ik in het begin geen idee heb hoe het gaat uitpakken of welke hindernissen ik over moet gaan. Wat mij helpt, is dat ik intrinsiek gemotiveerd en gedreven ben om op een eigenwijze manier hiermee aan de slag te gaan. Ik loop niet vast als iemand zegt ‘het kan niet’. Dan zeg ik ‘waarom niet?’. Die vraag stel ik aan collega’s maar ook aan de wethouder. We hebben een missie en moeten daarom toch samen bedenken hoe het wél kan. Dat pionieren vind ik alleen maar leuk. Moeilijke dingen kan ik goed platslaan, mits ik daar de ruimte voor krijg.”
Naar buiten
De werkweek van Jean bestaat uit overleggen op kantoor met bijvoorbeeld het duurzaamheidsteam of de wethouder. Naast deze kantooruren bezoekt Jean ook meerdere keren per week ondernemers of stichtingen die bezig zijn met een duurzaam of circulair initiatief. Jean: ‘Ik nodig mezelf graag uit om mijn netwerk te vergroten en om te zien wat er elders gebeurt. Er wordt vaak gezegd ‘lokaal eten is te duur’ of ‘circulair aanbesteden is te duur’. Het probleem is dat alles wordt benaderd vanuit het nu. Maar wat als je een lange termijn berekening maakt? Hoe pakt de circulaire variant dan uit? Ik probeer de mensen te laten terugschalen vanuit een groter perspectief. Mee te nemen in een andere mindset. Tegelijkertijd weet ik als geen ander dat het een uitdagend proces kan zijn.”
Ik hoop de mensen een zetje te geven om ergens aan te beginnen, al is het maar aan iets kleins.
Successen en ambitie
In een klein jaar bij Midden-Drenthe heeft Jean grote en kleine successen bereikt. Waaronder het opzetten van het voedselplatform ‘Eten van Hier’ voor lokaal, lekker en gezond eten waar inwoners, organisaties, onderwijs en ondernemers bij betrokken zijn. Jean: “Ik heb de agrariërs zover gekregen om hierover met elkaar in gesprek te gaan. Ik gebruik ook wel de term 'polarisatie verzachtend'. De landbouwtransitie is best een hekel punt. We zijn een plattelandsgemeente met 66% landbouwgrond. Voedsel is een mooi middel om de kloof te dichten. Wat ik ook als succes ervaar, is dat ik een stukje integraliteit inbreng binnen de organisatie. In het gemeentelijk apparaat zijn nog veel ‘eilandjes’, maar ik zie continu koppelkansen. Voor de komende tijd hoop ik dat de knop omgaat bij mijn collega’s, van wethouders tot ambtenaren en dat ik hun intrinsieke motivatie kan aanzetten om circulair te gaan handelen. Weg met die ‘maar’, zou ik zeggen!”